Astma en COPD: de SPLF formuleert richtlijnen in een context van Covid-19


07/04 - Moeten astmalijders hun behandeling aanpassen in tijden van deze SARS-CoV-2-pandemie? En patiënten met een COPD? De Société de pneumologie de langue Française (SPLF) heeft enkele richtlijnen geformuleerd voor patiënten met astma of chronische obstructieve longziekte (COPD) in de context van de Covid-19-epidemie [1,2].

Astmalijders blijken niet oververtegenwoordigd te zijn


"Astmalijders en met name patiënten met een ernstig astma lopen risico op ernstige virale luchtweginfecties, die overigens een astma-aanval kunnen uitlokken", aldus de SPLF. Ze stelt evenwel gerust en stelt dat volgens preliminaire gegevens "astmalijders niet oververtegenwoordigd blijken te zijn" tijdens de huidige Covid-19-epidemie. De SPLF blijft echter voorzichtig en zegt dat er geen specifieke gegevens zijn over astma-aanvallen en a fortiori over ernstige aanvallen als een direct gevolg van de infectie, maar dat "het theoretisch niet uitgesloten is dat een SARS-CoV-2-infectie een astma-aanval kan uitlokken.


Boodschap 1. Alle basisbehandelingen voor astma moeten worden voortgezet


Tijdens de epidemie moeten alle basisbehandelingen voor astma worden voortgezet en aangepast om ervoor te zorgen dat het astma perfect onder controle is (te evalueren met klassieke schalen zoals ACT, ACQ …).

Volgens de beschikbare gegevens verhogen inhalatiecorticosteroïden het risico op ernstigere virale luchtweginfecties of infectie met het SARS-CoV-2 niet. De basisbehandeling met inhalatiecorticosteroïden eventueel in combinatie met andere geneesmiddelen (LABA, LAMA, montelukast …) moet dus worden voortgezet tijdens de epidemie.


Dat geldt ook voor biologische geneesmiddelen zoals omalizumab, mepolizumab en benralizumab en biologische geneesmiddelen zoals dupilumab die nog niet in de handel te verkrijgen zijn. Die moeten dus met dezelfde toedieningsfrequentie worden voortgezet. "De biologische geneesmiddelen die bij astma worden voorgeschreven, onderdrukken het immuunsysteem niet", preciseert de SPLF.


De patiënt kan die geneesmiddelen thuis zelf toedienen als hij daartoe werd opgeleid. Zo kunnen verplaatsingen naar het ziekenhuis worden vermeden. Bij langdurige toediening van corticosteroïden per os moet zoals altijd de laagste effectieve dosering worden gegeven waarmee het astma onder controle kan worden gehouden, en die dosering moet worden voortgezet indien nodig om het astma goed onder controle te houden.


Boodschap 2. Geen reden om een behandeling met een biologisch geneesmiddel uit te stellen.


"Als het astma slecht onder controle is, is er geen reden om niet meteen een biologisch geneesmiddel te starten als dat geïndiceerd is", vindt de werkgroep astma en allergie van de SPLF. Zoals gebruikelijk wordt niet aangeraden een biologisch geneesmiddel te starten tijdens een aanval om de evaluatie van de behandeling niet te bemoeilijken.


Boodschap 3. Astma-aanval: niet wachten met systemische corticosteroïden


Een astma-aanval wordt behandeld met systemische corticosteroïden. Daarmee wachten kan fataal zijn. Bij een astma-aanval met koorts moet je meteen, zelfs bij vermoeden van een Covid-19, systemische corticosteroïden toedienen in de gebruikelijke dosering (0,5-1 mg/kg/d), gewoonlijk gedurende 5 dagen, en moet je al zeker niet wachten op het resultaat van de diagnostische RT-PCR-test. De behandeling wordt voortgezet, zelfs als de diagnose van Covid-19 wordt bevestigd.


Voorts weze eraan herinnerd dat corticosteroïden niet mogen worden gelijkgesteld met niet-steroïdale ontstekingsremmers. Sommige auteurs hebben NSAID's in verband gebracht met een ernstiger Covid-19.

Bronchodilatatoren moeten met een inhalatiekamer worden toegediend als de klinische toestand dat toestaat.

Verstuivers kunnen echter de verspreiding van het virus via aerosolen verhogen en daarom moeten de zorgverstrekkers en andere omstaanders voorzorgsmaatregelen nemen (bril, FFP2-masker, jas).


Het gebruik van een verstuiver thuis bij een patiënt met een bewezen of vermoeden van SARS-CoV-2-infectie, moet dus zoveel mogelijk worden beperkt. De patiënt moet bij voorkeur een expansiekamer gebruiken.

Samengevat, de SPLF herinnert eraan dat de medicatie voor astma in een effectieve dosering moet worden voortgezet, ongeacht de ernst van het astma, om het astma onder controle te houden tijdens de Covid-19-epidemie.


Wat met COPD-patiënten? 


De COPD-groep van de SPLF heeft op 29 maart voorstellen geformuleerd voor de behandeling van patiënten met een chronische obstructieve longziekte in het kader van de Covid-19-epidemie.2


Er is geen enkele reden om de inhalatietherapie bij patiënten met een stabiele COPD te wijzigen, en dat geldt ook voor inhalatiecorticosteroïden als die geïndiceerd zijn. Er is ook geen enkele reden om de wijze van zuurstoftherapie en niet-invasieve beademing thuis te wijzigen. Ook zou de patiënt zijn fysieke activiteiten moeten voortzetten, bij voorkeur thuis tijdens thuisquarantaine. De barrièremaatregelen moeten uiteraard scrupuleus worden nageleefd om het risico op infectie met het SARS-CoV-2 te verkleinen.


De groep preciseert evenwel dat "er maar weinig specifieke informatie is over de behandeling van chronische obstructieve longziekte (COPD) in een context van Covid-19-epîdemie." De groep geeft aan dat de voorstellen "gebaseerd zijn op adviezen van experts en dus kunnen veranderen naargelang we daar meer over leren."